Werkwoordsspelling: De Persoonsvorm

Wat is de persoonsvorm in een zin?

De persoonsvorm is een vorm van een werkwoord die verandert wanneer het onderwerp verandert van de zin.

bijvoorbeeld:

  • hij loopt              -> wij ...    lopen

     hij = enkelvoud,      wij = meervoud,

de persoonsvorm 'loopt' moest veranderen omdat het onderwerp was verandert. De persoonsvorm past zich dus aan aan het onderwerp, en omgekeerd.

 

Een ander kenmerk van de persoonvorm is

      dat je aan de persoonsvorm kunt zien in welke tijd de zin staat.

Bijvoorbeeld:

  • De man eet een appel.     eet = tegenwoordige tijd
  • De man at een appel.       at   = verleden tijd
  • De man heeft een appel gegeten.    heeft = tegenwoordige tijd
  • De man had een appel gegeten.      had   = verleden tijd

 

Hoe vind ik de persoonsvorm?

  1. Maak de zin vragend, dan staat de persoonsvorm vooraan. (dit geldt niet altijd!)
  2. Verander het onderwerp (meervoud/enkelvoud of andersom), de pv moet dan ook veranderen.
  3. Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat dan verandert, is de pv! Let op! in samengestelde zinnen, zitten meer dan een persoonsvormen.

            voorbeelden:

  1. We hebben dit weekend een bootreisje gemaakt.
  2. Hebben we ... bootreisje gemaakt?

             In zin 2 staat hebben vooraan, hebben is de persoonsvorm.

 

Maar bij deze zinnen kan dat niet!:

  1.       Wie heeft het laatste ijsje opgegeten? wie is geen werkwoord en dus geen pv
  2.       Toen het avond werd, pakten we onze spullen en gingen we snel naar huis.

                  -> Pakten we onze spullen en gingen we snel naar huis, toen het avond werd?

             in zin 2 staan meerder persoonsvormen. het eerste woord ('toen') van deze zin is

              een voegwoord en geen werkwoord.

 

Daarom kiezen we liever voor een andere methode om de persoonsvorm te vinden:

a. verander het onderwerp:

     De hond blafte tegen de voetgangers. -> De honden blaften tegen de voetgangers.

      Het enkelvoudig onderwerp 'de hond' is veranderd in het meervoudig onderwerp 'de honden'

      en daardoor veranderde blafte in blaften.

b. verander de tijd: deze manier werkt ook goed in samengestelde zinnen die meer dan 1   

     persoonsvorm hebben.

            Na het eten gaan we even rusten en daarna hebben we nog even een spelletje gedaan.

            Na het eten gingen we even rusten en daarna hadden we nog even een spelletje gedaan.

            pv: gaan  (gingen)    pv: hebben (hadden) 

            gedaan is geen persoonsvorm en verandert dus ook niet.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb